Voor 16- en 17-jarigen die kiezen voor een technische opleiding in de industrie is het geen vanzelfsprekendheid dat ze hier kunnen werken of stage lopen. Artikel 4.105 van het Arbobesluit over gevaarlijke stoffen en biologische agentia vormt namelijk een belangrijke drempel.
Een brede vertegenwoordiging van bedrijven in de (petro)chemie en onderhoudssector heeft daarom met de Nederlandse Arbeidsinspectie overleg gehad om het wetsartikel te verduidelijken. Dit heeft geleid tot een heldere werkinstructie over de inzet van 16- en 17-jarigen in de procesindustrie. De werkinstructie is bedoeld om aan te geven hoe ver de reikwijdte is van artikel 4.105 van het Arbobesluit als het gaat om stages en leerwerkplekken die jeugdigen lopen in het kader van hun opleiding in de procesindustrie. Onder specifieke voorwaarden is dit mogelijk.
Voorwaarden voor stage of een leerwerkplek
Omdat veiligheid en veilig werken centraal staan in de industrie, is er een aantal voorwaarden waarna 16- en 17-jarigen mogen stagelopen of mogen leren en werken (Beroep Begeleidende Leerweg – BBL) in de (proces)industrie. Het gaat hierbij om de volgende voorwaarden:
- zij werken onder begeleiding,
- zij doen geen werkzaamheden waarbij meer dan de standaard PBM’s (persoonlijke beschermingsmiddelen) zoals helm, gehoorbescherming, veiligheidsbril- en -(hand) schoenen en dichte werkkleding gebruikt worden,
- er vindt ook met PBM’s geen enkele aanraking plaats met gevaarlijke stoffen (zoals in handen houden, waaronder inbegrepen in/op handschoenen, op kleding of door middel van inademing) en
- zij doen geen werkzaamheden aan of met opslagmiddelen waarin (restanten van) aangewezen gevaarlijke stoffen aanwezig zijn. Hierbij kan worden gedacht aan leidingen, vaten, tanks en reservoirs.
Als hieraan is voldaan, is er geen sprake van overtreding van artikel 4.105 Arbobesluit en kunnen 16- en 17-jarigen werkzaamheden verrichten. Daarbij moet uiteraard ook aan de overige voorwaarden voor arbeid door minderjarigen worden voldaan, zoals het houden van deskundig toezicht als bedoeld in artikel 1.37 van het Arbobesluit.
